Hoe maken we echt het verschil voor kinderen die in armoede leven? Door samen te werken! Iedereen vanuit zijn eigen expertise, zodat we elkaar aanvullen en een totaalpakket aan ondersteuning kunnen bieden. Het lijkt een open deur, maar in de praktijk blijkt keer op keer hoe ingewikkeld die samenwerking kan zijn. Toch moeten we erin blijven investeren. Want dat het loont, bleek maar weer uit het succes van de Bliep Kinderkameractie. Daarin speelde de samenwerking met scholen en het Wijkondersteuningsteam een onmisbare rol.
Steeds vaker weten scholen Bliep te vinden als zij leerlingen hebben die spullen of andere ondersteuning kunnen gebruiken. Wanneer wij zo’n aanvraag van een school krijgen, vragen we vaak aan de Bliep-ambassadeurs bij de wijkondersteuningsteams (WOT) om ons te helpen die hulp in gang te zetten. Vanwege die prettige samenwerking waren de WOTs en de scholen de eersten aan wie wij dachten, toen we afgelopen november op zoek gingen naar gezinnen voor de kinderkameractie.
Een goede keuze, want in no time waren er genoeg gezinnen gevonden. Ook de samenwerking die daarop volgde, verliep ontzettend goed. De aanpak was als volgt: wanneer een directeur of WOT-medewerker een gezin kende, benaderde zij of hij zelf het gezin om erachter te komen of de ouders mee wilden doen. Was het antwoord ‘ja’, dan meldden zij het gezin bij ons aan. Vervolgens bleven zij alle afstemming met de kinderen en hun ouders doen. Dat was prettig voor ons, maar zeker ook voor de gezinnen. Mensen hoefden niet opnieuw hun hele verhaal te doen, want ze hadden vooral te maken met een contactpersoon die zij al kenden. Iemand die dus al op de hoogte was van hun situatie. Op deze manier bleven alle lijnen kort, veilig en vertrouwd.
Ook gedurende de actie verliep de communicatie via de vaste contactpersonen van de gezinnen. Handig, want zo gebeurde er niets zonder dat alle partijen op de hoogte waren en kon iedereen bij zijn of haar expertise blijven. Ook als er gedurende het weekend in gesprekken tussen klussers en gezinnen knelpunten ter sprake kwamen, konden we meteen schakelen. Dat betekende dat we konden helpen bij grote dingen, zoals het organiseren van een verplichte verhuizing. Maar ook over kleine dingen. Zo was er één meisje dat dol is op lezen, maar zelf geen boeken heeft. Ze heeft een abonnement op de bibliotheek, maar geen fiets of geld voor het ov om daar naartoe te gaan. In overleg met de school, werden via de gezinsspecialist en het WOT fietsen aangevraagd voor alle kinderen en hun moeder, zodat zij straks naar de bibliotheek kunnen fietsen en andere voorzieningen ook beter bereikbaar voor ze zijn.
Het feit dat deze professionals voor ons bereikbaar waren om mee te denken of even een appje te sturen om toch snel iets te regelen (sommigen zelfs ook nog in het weekend of avonden), verdient wat ons betreft een groot compliment. Het zorgde ervoor dat alles soepel liep (en nog steeds loopt) en dat we in korte tijd veel met elkaar hebben kunnen bereiken.